Ooit bedacht ik de naam van een nieuw bedrijf onder de douche en ook op Tweede Kerstdag luierend op de bank is mij weleens iets blijvends ingevallen. In het geval van Stamhout zat ik in een luie stoel, met in de ene hand een glaasje port en in de andere hand een van de twee delen van Ida Gerhardts verzamelde gedichten. Dat kwam zo.

De notaris moet je serieus nemen

Met mijn voormalige compagnon hadden we bij de notaris afgesproken voor het passeren van de akte, inschrijving in het aandelenregister en bijbehorende formaliteiten. Zijn assistente liet in de aanloop naar de afspraak weten dat ze van mij nog altijd geen bedrijfsnaam had ontvangen. En of ik dat alsnog snel in orde kon maken. Het klonk dwingend en beslist, een notaris dien je nu eenmaal serieus te nemen. Ik liet weten dat ze de volgende morgen een bedrijfsnaam tegemoet kon zien.

De verzamelde gedichten van Ida Gerhardt

Die avond maakte ik het me comfortabel in mijn luie stoel in onze leeskamer en bedacht dat Ida Gerhardt met haar verzamelde gedichten me mogelijk ter inspiratie kon dienen. Ik besloot een van de twee boekwerken uit de cassette lukraak open te slaan en mijn vinger in het eerste het beste gedicht te prikken. Het dichtstbijzijnde zelfstandig naamwoord met enige betekenis zou mijn nieuwe bedrijfsnaam worden.

‘In een beven teruggehouden’

Als vanzelf viel het boekwerk open bij het gedicht ‘De Hazelaar’ waar mijn vinger bleef rusten op de slotzin. Daar staat, ik heb het nog even opgezocht, weinig tekstvast als ik ben: ‘…blijf ik in een beven teruggehouden staan, en ik raak nog even ’t donker stamhout aan.’ De aanraking van de dichteres is met veel aarzeling omgeven, maar voor mij was het een krachtige openbaring. Alsof de naam Stamhout al was bedacht en ik alleen maar op de juiste plaats hoefde te zoeken. De notaris kon tevreden zijn.